Ik heb net even wat langer onder de douche gestaan dan normaal. En als ik een bad had gehad dan had ik daar zeker een uurtje in liggen dobberen, waarschijnlijk waren dan wel mijn ogen binnen 2 minuten dichtgevallen. Want eilandwind…
De groep waar ik nu mee van start zou gaan was iets groter dan verleden jaar. Mijn enthousiasme was overgeslagen naar Onno, Niels, Dave en Jolande. Anja wilde verleden jaar al maar moest het om conditionele redenen laten varen. Nu was zij er wel bij. En hoe.
Het mag bekend zijn dat deze halve marathon met stip mijn favoriet is. Vanaf het begin in 2007 mag ik al meedoen. En het verveelt mij nog altijd niet. Vandaag zou hij wat anders voor mij verlopen dan ik van mezelf gewend ben. Normaal gesproken knal ik weg en probeer ik de volle 21,1km in een snellere tijd weg te werken dan de voorgaande edities. Vorig jaar bezorgde mij dat een prachtige pr van 1.41.
De bedoeling was nu deze loop wat rustiger te lopen, als lange duurloop. Onze afspraak (met Onno en Niels) was ongeveer 5.10 tot 5.15 per kilometer. Dat redden we over het algemeen met gemak. Anja en Femke zag ik al meteen vanaf de boot niet meer. De dames waren niet te houden. Dave wilde wat snel starten. Dat raadde ik hem af. Hij bleef tot ongeveer Den Hoorn bij ons. Daarna was ook hij vertrokken.
Het liep erg lekker, maar, al zou ik een pr poging hebben willen doen. De wind gooide behoorlijk roet in het eten. Tot Den Hoorn had ik er niet veel last van, maar zeker ook geen gemak. Vanaf Den Hoorn begon ik te merken dat ik door de wind iets meer moest werken. Ik was dan ook blij de ingang van het bos te zien.. Luwte!
Tot aan strand liep ik zo ongelooflijk lekker. Heerlijk! Maar ja. Dan begint het. Slechts een kleine twee kilometer. Ik vloek nooit. Dat heb ik mezelf nooit aangeleerd. Helpt ook niets. Maar God kon me behoorlijk horen brommen daar. Wat een marteling! Een paar keer keken Niels en Onno vol medelijden om. Wachtten zelfs even op me (dat noem ik dus sportiviteit). Edwin, die kwam ik er nog even tegen. Maar ik liep zo te ploeteren dat ik niet eens door had dat hij me voorbij ging.
Het strand af: men bekeek het maar even. Dat was geen rennen meer. Dat kleine stukje staakte ik. Wandelen dan maar. Even na het hoogste punt stonden mijn sportieve, goede vrienden mij weer op te wachten. En daar gingen we weer. Niet zo ver meer. Het negatieve effect van dat akelige strand ijlde nog even na. Het duurde even voor ik weer mijn ritme te pakken had.
Eenmaal het duin uit hadden we ook meteen de volle laag voor wat betreft de wind. Niels had nog even de laatste kilometer flink willen aan zetten maar hij zag hier toch maar vanaf. Het was te gek.
Met drie op een rij kwamen we in 1.53 over de finish. Een heel verschil met verleden jaar. Maar, dat was ook de bedoeling. Er kwam namelijk nog iets achteraan.
Na de eindstreep zouden we rennend terug naar de boot. Nee, niet die route van 21km. Ik moet er niet aan denken! Ik had een route uitgestippeld van ca7,5km. Rustig uitlopen, en zo wat kilometers creëren met het oog op de te lopen marathons.
We moesten dus niet te lang talmen maar na het aantrekken van een droog shirt meteen weer door. Dat viel niet mee. Mijn lijf protesteerde behoorlijk. Ik zag ook wat schrik op de gezichten van Onno en Niels. De dames joelden een beetje. Maar naarmate de tijd vorderde ging ook dat lopen weer wat beter. Halverwege moest ik even een belofte inlossen. Bij oom Jan en Tante Ina aan de deur kloppen. Ome Jan stond al breed lachend in de deur. Of we niet binnen wilden komen? Uhh de groepje stond op straat als aan de grond genageld en moest niet denken aan weer te moeten opstarten. We gingen weer verder. Ik kondigde onderweg wel aan dat ik bij 7km halt-en-sta-stil zou houden. Het was goed zo.