Waar zal ik beginnen?
Den Helder maar. De weg ernaartoe was door een klein mistig wereldje. Wat mij betrof was dat voor de rest van de dag een prima zaak geweest. Maar zo zou het niet blijven.
Na de gebruikelijke kop koffie en een broodje ergens in Den Helder gingen we met onze groep richting de boot. Een traditie is dat we met de hele groep even ergens op de foto gaan én ik wil graag even met mijn ‘broertje’ op de foto.
Cor stelde voor om op de boot wat meer naar voren te lopen. Alle voorgaande edities hadden we wat achterin gestaan. Dat is gedurende de eerste 5 km niet echt fijn lopen. Vrij druk op het parcours. Goede zet. We liepen 12 km lang heerlijk richting het strand. Gemiddeld, schat ik, op 5’15” per km. Prima vol te houden. Maar het strand gooide voor mij ook dit jaar weer behoorlijk roet in het eten. Noem het zo je het noemen wilt, hoog water, mul zand, what ever. Mijn tempo zakte als een baksteen. Daar kan ik op zich nog wel mee leven, maar het ging er ook echt ten koste van mijn loopplezier. En vooral van mijn energie. Het strand af, wandelend, zoals nagenoeg iedereen om mij heen, was een crime. Ik kon daarna niet meer de draad oppakken. Mijn tempo beef op 5’35″hangen. Het was dan maar zo. Geen probleem. Een bericht van Barry zat nog in mijn hoofd. “gewoon lekker lopen en finishen”. Niet verkeerd. Die modus moest ik ook maar gaan opzoeken.
Ergens tussen de 18 en de 19 kreeg ik last van de warmte, mijn hartslag was te hoog naar mijn zijn. Liever niet, en voor wat betreft de benen had het niet gehoeven, maar ik besloot op dat moment even 100 meter te gaan wandelen. Precies op dat moment tikte Barry op mijn schouder. Daarmee werd het denk ik niet eens 100 meter. Samen maakten we de laatste kilometers vol. Pratend. En eigenlijk ook weer van het lopen genietend.
Het is niet mijn beste Texel loopje, maar zeker ook niet de slechtste. Mijn beste tijd staat op 1.41.37 , in mijn herinnering kwam ik toen ook met een brede grijns over de finish. Mijn minst goede Texel was in 1.58.25.
Het blijft de mooiste halve marathon die ik ken.