Arjeplog

Ergens in maart liep Dirk Jan bij me door de straat. Ik vroeg hem of hij trek in een bakkie koffie had, en even later zaten we inderdaad samen aan de koffie. Hij vertelde dat hij een had trail geboekt. In Lapland. Bij het noemen van Lapland, of iedere andere plek in Scandinavië, gaat er bij mij meteen een belletje rinkelen. Mijn interesse is dan meteen gewekt. ’s Avonds kwam Lia thuis en hoorde mij aan toen ik hier over vertelde. Haar reactie: “zou je mee willen?”

Uhh. Nou.. 19 km en 31 km, met een rustdag ertussen, daar kan ik wel voor trainen.

“dan moet je vragen of Dirk Jan het leuk vindt als je meegaat”

De reactie van Dirk Jan was kort: Gezellig!

Tja, ik twijfelde toch wel een beetje. Lief van Lia dat ze me dit gunt. En, wauw, weer naar het hoge noorden. Voor mij is de aantrekkingskracht daarvan wel heel erg groot. En dan, lopen in de natuur, ver weg van de bewoonde wereld. Wel erg gaaf. Mijn collega Thijs gaf me een laatste zetje en sprak me even vermanend toe: “Martin, je gunt het jezelf niet, maar je moet gaan. Nu kan je lopen, nu ben je fit, en nu doet de gelegenheid zich voor. Ga!

En dus schreef ik me uiteindelijk in. En kon het trainen beginnen. Vooral lange duurlopen. Daar zette ik op in. Hoogtemeters, waarover werd geschreven kun je hier in de buurt niet echt vinden. Trainerscollega Ralph had mij al eens vertelt dat je met het bergopwaarts lopen geen energie moet verspillen. Dat haalt niets uit.

Vrijdag 21 juli was het zover. Het vliegtuig bracht ons achtereenvolgens naar Oslo, en daarna naar Bodø. Gevolgd door een lange bustocht, maar liefst drie-en-een-half uur rijden, naar Arjeplog. De belangrijkse plaats in Zweeds Lapland.

De volgende dag werden we na het ontbijt naar de helikopters gebracht die ons naar de startplek zou vervoeren. Ik had werkelijk geen idee wat ik me van zo’n vlucht moest voorstellen. Het had van mij een uur mogen duren. Zo soepeltjes gleden we door de lucht. Ik zat in de eerste vlucht, de snellere lopers hadden op basis van aangegeven tempo’s de volgende tranfers.

Ik stapte uit en hoorde van iemand van de crew dat ik kon gaan lopen. Ja, waar dan? Hij wees een geul aan. Ja, een geul. Meer was het niet. Twee voeten naast elkaar, dat paste niet. Nou, misschien zou dat na het eerste heuveltje wel normaal worden. Grasland of zo. Dan kon ik gaan rennen. Nou, nee hoor. Het was ongelijk, en zou ongelijk blijven. Heuveltjes, tussen takken en bomen door slingeren, een stukje omhoog en weer naar beneden, weer heel smal, en over rotsen heen. Gladde rotsen. Planken. Ah! Dat zag er stabiel uit. Vergeet het maar, ergens midden in verrot of gebroken, of slechts 1 plank, in plaats van twee naast elkaar. Juist op die planken waren er wel wat valpartijen ,hoorde ik later. Die 19 km, werden niet echt makkelijke kilometers. Ergens middenin was er een behoorlijke klim. Dat vond ik op dat moment, maar samen met de Friese Klaas stond ik daar wel te genieten van een prachtig uitzicht. De afdaling vond ik een crime. Aan het eind volgde namelijk een vrij lange afdaling. En onderweg kwam een opmerking van Ralph voorbij: wij Nederlanders kunnen niet afdalen. Dat is heel moeilijk. Dat weet ik nu. Dat heb ik ondervonden. Als je te snel gaat wordt het onbeheersbaar. Trouwens, soms ging het met flinke stukken naar beneden. Zodanig dat ik maar even een boom vasthield en voorzichtig een diepe stap naar beneden zette. Voelend of die steen daaronder niet glad was, en wel vast lag. Inmiddels werd ik ingehaald door twee charmante dames uit België. Heel soepel, als twee reetjes trippelden ze naar beneden. Hoe kan dat nou?? Inmiddels weet ik dat dit twee Belgische topatleten zijn. Met gouden plakken op zak. Aan het eind was het even heerlijk ontspannen rennen op asfalt. Op weg naar een verfrissende douche, en een heerlijke hamburger.

Op de derde dag hadden we een rustdag, en we hielden ons ook rustig. Immers, de volgende dag kregen we 31 km voor de kiezen.

Wederom met de helikopter naar de start. Als snel in deze route drong tot mij door dat er van hardlopen weinig sprake meer zou zijn. Niet voor mij. Uiteraard probeerde dat wel enkele keren. Maar er volgde telkens weer obstakels waardoor ik niet echt in een hardloop modus kwam. Op dat moment had ik daar wel vrede mee, dan maar half joggen, half wandelen. Het zij zo. Na vijf lastige kilometers volgde een klim van pakweg 2 kilometer die wel heel steil was. Dirk Jan hoorde ik 12% opnoemen. Tijdens die 2 kilometer moest ik echt af en toe stilstaan. Het pad voerde naar een vrij kaal landschap. Draaide ik mij om dan werd ik getrakteerd op een weergaloos mooi uitzicht. Adembenemend mooi. Het pad boven bleef trouwens tot ça 17 km licht stijgen. Even liep ik samen met de Braziliaanse Su. Ze stond ineens stokstijf stil naar rechts te kijken. Een kudden rendieren. Met kippenvel op de armen keek ik daar ook naar, en ook naar links, nog een kudde. De twee groepen zochten elkaar voor ons op, en weg waren ze.

Er volgde een paar kilometer met overal rotsblokken, grote blokken, kleine blokken, met watervalletjes, bruggetjes, modderpoelen, helder water, en weer modderpoelen. Dit gedeelte staat in mijn geheugen gegrift. Zo mooi. Een diepe indruk maakte het op mij. En ergens daar moest ik mezelf even toespreken. Van hardlopen was nog niet echt sprake geweest. Het lukte mij gewoon niet. Terwijl ik best goed in vorm ben en weer een goede conditie heb. Ik besloot het hardlopen achter mij te laten. Dan maar niet. Dan maar aan de wandel. Het genieten van de omgeving, dat was nu belangrijk, het daar zijn, de natuur. Geloof mij, die knop had ik niet zomaar omgedraaid. Dat duurde best wel even. Maar het moest wel. Op dat moment was ik nog maar op kilometer 10 of 11. Nog best een eind te gaan.

Na de enige verzorgingspost, op km 17 volgde de afdaling. Weer dacht ik aan Ralph (dat kunnen wij niet) maar het pad zag er vrij normaal uit. Bovendien gingen de muggen op dat moment vol in de aanval. Toch maar rennen? Ik probeerde het. Mijn lijf liet het niet toe. Elke stap deed zeer. Het voelde buitengewoon ongemakkelijk. En weer moest ik mezelf even tot de orde roepen. Ophouden nu! Het werd zo steving mogelijk doorlopen.

Lopen en om je heen kijken, onbelangrijk in welk tempo, was voor nagenoeg iedereen onmogelijk. Keek je niet naar de grond, dan zou je onherroepelijk op je plaat. Wilde je om je heen kijken dan was het beter even stil te gaan staan.

De afdaling door een bos duurde pakweg 9 kilometer. Negen kilometer over stenen, takken, rotsblokken, klimmen, springen. Hier ergens verloor ik mijn evenwicht en kwam plat op mijn kont in het natte mos terecht. Meerdere keren dacht ik aan een advies van Silvia (de vrouw van Ralph) als het te hard gaat of je raakt de controle kwijt, ga dan even stilstaan en begin opnieuw. Goed advies, en nu ook bij het wandelen zeer bruikbaar!

Die negen kilometer, ik heb eigenlijk wel wat lopen foeteren. Ik snakte naar, al was het maar 500 meter, een mooi stuk vlak grasland of zo. Dat kwam niet. Deze afdaling bleef zo die was, kronkelend, weer omhoog, weer dieper omlaag, een bochtje en weer een bochtje, weer grote rotsblokken.

De route was ook precies 31 km. En daar bij de finish stond mijn trouwe maatje Dirk Jan op mij te wachten met een glimlach van oor tot oor. Op dat moment brak ook nog eens het zonnetje door!

Volbracht, gedaan. Doorgezet en niet afgehaakt. Genoten van alles wat ik heb gezien. Veel ging er door mijn hoofd. Vaak mezelf moeten toespreken. Thijs in gedachten een schop voor zijn hol gegeven, dankbaar voor de adviezen van Ralph en Silvia. Maar, geen seconde spijt. Dit is zo het is geworden. Deze tocht ga ik nooit meer vergeten!

Jaren geleden werd ik op mijn werk gebeld door de veilingmeester. John. En dat is er zo een die met humor en plezier zijn werk doet, althans, dat gevoel heb ik altijd wel bij hem.

Je spreekt met je enige vriend uit heel Aalsmeer en omstreken!

Om vervolgens zijn verhaal te doen. Na het gesprek zat ik nog wat te gniffelen, maar ik moest Leslie ergens voor bellen. Hij nam op en ik zei meteen hetzelfde.

Je spreekt met je enige vriend uit heel Aalsmeer en omstreken!

We hebben dit erin gehouden, Al die jaren, als we elkaar bellen gaat de groet altijd wel met: Hé vriend!

Vorig jaar belde ik hem weer ergens voor en na het gesprek merkte hij nog even snel op dat hij de Damloop zou gaan doen. Uiteraard gaf ik meteen aan dat ik de uitslagen zou gaan bekijken. En als toetje kwam nog de mededeling dat hij al een volgende uitdaging op het oog had: de halve marathon van Schoorl. Uhhh. Juist die? Enne…Leslie wel en ik niet? Maar zo werkte dat natuurlijk niet. Ik zei dat ik dan misschien wel met hem zou meelopen. Dat ‘misschien’ had Leslie niet echt gehoord. Hij bedankte meteen voor het aanbod en waardeerde dat. Ok dan, Ik moest aan de bak. Want, ik had sinds 1 maart 2020 geen halve marathon meer gelopen.

Na die Twiske molenloop op 1 maart 2020, werden alle loopjes afgelast. Er volgden lockdowns. Iedereen weet hoe het om ons heen eraan toe ging. In maart 2021 kreeg ik ook nog eens zelf covid. Zonder enige klacht overigens, ik voelde mij totaal niet ziek. Maar, meteen daarna was ik mijn kracht en uithoudingsvermogen kwijt. Het lopen ging niet meer zoals ik gewend was. De wekelijkse interval ging nog net aan. Daarna had ik dagen nodig om bij te komen. Een lange duurloop was geen doen. Na een km of 8 was ik op. Op een gegeven moment redde ik nog wel de 10 of 12 km ( ik was koppig en bleef het proberen) Een enorme terugval volgde dan meteen. Het feit dat ik de groepen op dinsdag en zaterdag heb hielden mij op de been. Te leuk om te laten glippen. Ik liep daar veel te lang mee. Maar uiteindelijk sneed ik het aan bij de huisarts. Zij stuurde mij medio 2022 naar de sportarts in Haarlem. Daar werd een conditie geconstateerd van een 80 jarige. Dat is nogal wat! Met een schema op zak ging ik weer naar huis. Lopen op lage hartslag en dat drie weken lang, slechts drie keer per week, gedurende drie kwartier. Die lage hartslag kwam neer op 120 slagen per minuut. Dat leek niet op hardlopen kan ik wel vertellen. In die maanden begeleidde ik de groep maar op de fiets. Om zo even uit het dal te kunnen klimmen. Dat lukte. Een mijlpaal was 17 km op hf 120.

Inmiddels had ik me ook aangemeld bij de sportschool om wat aan krachttraining te doen. En zo kwam langzaamaan mijn kracht weer terug. Ik kon weer gewoon meelopen met de dinsdaggroep. En de laatste maanden merkte ik dat ik niet meer helemaal achteraan liep de strompelen.

En dan vandaag. De Groet uit Schoorlrun. Die heb ik ongeveer 9 keer gelopen. Waarvan 2 x de 30 km. Verder altijd de 21 km. Het is redelijk druk. Erg veel lopers. Daar heb je eigenlijk alleen last van om na de loop het dorp uit te komen. Tijdens het lopen heb je alle ruimte. De omgeving is prachtig! Maar liefst 18 lopers van de dinsdaggroep had zich voor deze editie ingeschreven. Dat is best veel, maar van de helft heb ik alleen de uitslagen gezien. Mooie uitslagen trouwens.

Er waren wat lopers die achter mij aan wilde lopen. We zouden allemaal voor de twee uur gaan. Onderweg naar het startvak was ik gewoon iedereen kwijtgeraakt. Alleen Leslie liep nog naast me. Met hem ging ik dan ook van start. We hebben heerlijk gelopen. De beoogde twee uur haalden we op een minuut na. Daar staat tegenover dat ik mijn gevoel weer terug had. Mijn doorzettingsvermogen en kracht. Ik liep te genieten. Voelde nergens de noodzaak om te stoppen. Dat was voor mij weer even kicken. Twee uur lang samen oplopen, dat hadden we nog niet eerder gedaan. Dat had tegen kunnen vallen. Het viel zeker niet tegen. Er waren gesprekken maar ook stiltes. En die stiltes voelden niet bezwaarlijk.

Strandrecord!

Dirk Jan informeerde zaterdag in de duurloop-appgroep of er zondagochtend nog gelopen zou gaan worden. Uh, ja, en net daarvoor had ik bedacht dat we wel een stukje strand zouden kunnen meepikken.

We spraken af 9 uur in Wijk aan Zee te gaan starten, al snel kwamen er aanmeldingen van Frank, Masja en Jeroen binnen. Gezellig!

In Wijk aan Zee werd ik ietwat glazig aangekeken. Ga je echt naar strand?? Op mijn ja keken vier lopers mij aan als scholieren die op schoolreisje mogen. Tja, ik heb een bepaalde reputatie. Ga je met Martin mee, dan kom je niet op het strand terecht. Nou, dat is niet helemaal waar. Maar, een beetje klopt het wel. Met hoog water vind ik echt geen lolletje om daar te jakkeren.

Dat was zondag niet het geval. Het werd een cadeautje. Al binnen 500 meter mompelde Frank: “wat een top idee”. Onze Limburgse Masha is niet zo van het mompelen, haar konden ze in Heemskerk al horen: “het lijkt wel vakantie!” Geef haar eens ongelijk. De lucht, de geur, de ruimte, het vlakke strand, niet al te warm weer, windje in de rug…Alles zat mee. Mijn plan was om niet bij Heemskerk (na 3 km) eraf te gaan, maar de afgang tussen Heemskerk en Castricum. Dat is dan weer 3 km verder. Het zou dan 6 km over strand betekenen. Frank mompelde al niet meer. “Dit houd ik wel vol tot Den Helder! We gaan toch wel door tot Castricum?”

Ik sputterde nog wat tegen, we moesten tenslotte ook nog terug en bij mij zat ca 16 km in het hoofd. Volgens Frank was afgang Castricum na het stille strand maar een kilometer verder. Nou goed dan.

Tijdens het lopen siste hij me nog in mijn oren…’ga je me uit de groep verwijderen?”

Nee, blokkeren!

En passant trouwens maakte hij zich nog uit de voeten om een vrouw te verrassen met een innige omhelzing. Het bleek geen willekeurige dame te zijn, maar zijn vriendin…

Goed, bij Castricum hadden we er dus 7 km strand op zitten. Een record voor mij. Een record geldt alleen als het officieel is, klopt. Leuk blijft het!

Masha riep nog maar eens : “het lijkt wel vakantie, had ik dat al gezegd?”

De terugweg ging door de duinen, over de verharde weg. Strand had veel mentale energie gegeven. Het was heerlijk. Maar fysiek had het ook weer het nodige gevraagd. Na een km of 16 werd het zwaar.

Toch, geen halve seconde spijt!

Dirk Jan perste er voor hemzelf nog een ander record uit hemzelf. Een afstandrecord. Hij liep de 21,1 km vol.

Twiske Molenloop HM

Nr1 van dit jaar, de laatste van het seizoen, de derde voor mij in enkele maanden.

Is er dan niets anders? Jawel hoor. Schoorl bijvoorbeeld, maar die werd afgeblazen. Verder ben ik best wel in mijn sas met deze loop. zo dicht bij huis, toch een totaal andere omgeving, en, niet zo onwijs druk bezocht.

Deze keer reden we met vijf man naar Landsmeer om allemaal de halve marathon te doen. Het idee was dit als groep te doen. Geen tempo of pr fratsen, daar was het te winderig voor. En wind voel je daar overal. Uiteraard ook wel in de rug, maar zeker ook tegen je op.

Als groep. Leuk idee, maar Jan en Anja gingen er meteen wel vandoor op een tempo wat Cor en ik niet echt in het hoofd hadden. Dus bleven Jan Veger, Cor en ik als trio over. Opgaand in een treintje van pakweg 10 lopers. Cor meldde al vrij snel dat hij het liefst in dit groepje zou blijven. Prima. Dan ging ik dat ook doen.

Op de dijk, het noordelijkste puntje van het parcours is er absoluut geen beschutting. De wind vol tegen. Ons trio liepen achter vier koplopers. Het tempo bleef mooi constant. Ik riep dat het moesten aangeven als ze afgelost wilden worden. Hoefde niet. We liepen even zo door in deze formatie, tot ik merkte dat het tempo begon te zakken. Ik vroeg niets maar schoot naar voren om aan kop te lopen. Pff , dat was wel te merken. Het was ineens behoorlijk hard werken. Cor en Jan volgden mijn voorbeeld en gedrieën liepen we voorop.

Uiteindelijk konden we afbuigen, de dijk af, het bos in. Ha, wat een genot. Het tempo ging ook gelijk omhoog. Maar, waar was de groep gebleven? We hadden nog 11 km op dat punt te gaan. Het bleek, hoorde ik achteraf, dat Cor beter in de trein had kunnen blijven. Dit voorlopen had hem net iets te veel energie gekost. De eerder genoemde koplopers hadden kennelijk ook al hun kruit verschoten.

Naja, Jan Veger (let op, de man is 64!) en ik liepen even wat op een iets hoger tempo door, daarna pakten we de oude draad op van ongeveer 5’20” per km. Op 17 km moest Jan het laten afweten, en liep ik alleen verder.

Het laatste lusje aldaar kan ik wel vervloeken. Ook de keren dat ik er prachtige tijden liep. Het valt daar gewoon altijd wat tegen. Je denkt er bijna te zijn, maar moet nog tegen de wind in, die laatste vervelende kilometers afleggen. De speaker bij de finish kan je bijna horen.

Het werd 1.53.24 en voor iets wat ik met de inzet van een duurloop heb opgepakt is dat niet verkeerd. Ik ben dik tevreden. Cor kwam uiteindelijk redelijk snel na mij binnen. En die 64 jarige Jan. Met een big smile, had bijna een pr te pakken. Op die leeftijd, met dit weer. Klasbak!

IMG-20200301-WA0000

 

Twiske molenloop

nr 3 kan ik erbij zetten, voor dit jaar. Vandaag ging ik er namelijk voor de derde keer heen. Deze keer voor de tien Engelse mijl. Mijn favoriete afstand. En vandaag moest ik er toch echt alleen op af. Joost had rust nodig. Andere maatjes hadden andere drukte. Geen probleem. Het zag er voor mij als loper wel erg goed uit vanmorgen. Mistig en fris. Geen wind. Precies de omstandigheden waar ik garen bij kan spinnen.

Plannen? Ja. Liep ik vorige maand net onder de 5’per kilometer, bij deze kortere afstand wilde ik inzetten op 4’55” per kilometer. Dat is niet te hoog gegrepen. Daarmee zou ik in principe redelijk gezond over de eindstreep kunnen komen.

Op de parkeerplaats zag ik wel erg veel auto’s. Dit moet geen massaloop gaan worden bedacht ik me. Want dat is iets, en nog iets anders waar ik echt niet meer aan mee wil doen. Dat is voltooid verleden tijd.

Het viel mee. Een flinke groep halve marathon lopers werd om 11.00 uur weg geschoten. En 5 minuten later een groep van 89 lopers voor de 10 em.

Binnen een kilometer had ik een dame naast mij lopen die mij vroeg wat het tempo was. (Zij had geen gps) “4’50” ongeveer… Dat was dus een tikkeltje sneller dan de planning. Ondertussen was er ook een man bij komen lopen, en achter mij hoorde ik nog meer volk. Na de tweede kilometer liet ik deze groep weten dat ik niet van plan was sneller te gaan. Dit zou het zijn voor mij.  Geen reactie.

Na een kilometer of 5 was de dame verdwenen. Met de overige groep gingen we verder. Met mij aan kop.  Alsof ik de pacer was. Het maakte iets in mij los. Geen voorgenomen 4’55” maar 4’50” of zelfs, zou blijken, ietsje sneller. Ik beet me er in vast. Dan moest dit ook zo blijven. En ik moest en zou voorop lopen.  Sowieso is het mijn eer te na om aan het einde langzamer te worden. Geen sprake van. Ik weet dat er iemand zeer alert naar mijn gegevens kijkt en daar dan iets van zou zeggen.

Gelukt, tot de atletiekbaan aan toe. En weer kon ik naar huis met een fraaie eindtijd. De tempo’s wisselden iets, maar wat mij betreft valt dit binnen de marge. Sterker nog, aan het eind ging ik zelfs wat sneller, zij het bescheiden.

Geen massaloopjes meer, en, zo besloot ik tijdens het lopen, geen marathons meer.  Had ik dat niet al besloten? Ja. Maar ergens bleef er nog een idee in mijn hoofd zitten het nog eens te proberen. Omdat ik zo lekker loop. Diverse lopers vroegen het mij langer geleden al. Omdat ik lekker loop en er zoveel plezier in heb. Dan kan ik toch ook een marathon wel weer inplannen. Ja dat kan. Maar ik doe het dus niet meer. Dit is gewoon te leuk nu. 10 em of een halve marathon, een enkele keer 10 km. Heerlijk!

Linschotenloop

Deze week schoot mij, naar aanleiding van een bericht op internet, een loopje te binnen uit 2009. Inderdaad, da’s 10 jaar geleden. En ik weet heel zeker dat ik er een blog over heb geschreven, inclusief de nodige foto’s. Maar gek genoeg kan ik die nergens vinden. Dan maar zonder foto’s..

op 19-12-2009 liep ik dus in Linschoten. Een loop die ik niet meer zal vergeten. Alleen al omdat het door een besneeuwd landschap was, een fraaie route, ijs op het water, door kleine dorpjes. Als of je zo een Anton Pieckwereld binnenstapte.

Een vrij druk bezochte maar goed georganiseerde loop. In aanvang liepen diverse mensen over marathons te praten. Ik had er op dat moment nog geen gelopen.  Eigenlijk wilde ik er ook niets over horen ook. 21 km is zat!

Al snel na de start liep ik met twee mannen in een gele jas op. En ook weer vrij snel bleef er daar één van over. We gingen samen verder en dat deden we al pratend. Ik vroeg wat de man voor plannen had.

“nou een halve marathon”

Ja dat snapte ik ook wel. Maar in welke tijd? Het boeide hem niet echt. Gewoon lekker lopen en genieten. Al pratend kwam ook bij hem die verdraaide marathon boven water. Of ik die al eens gedaan had. Nou, nee. En ik durfde daar niet aan te beginnen ook.

“Waarom niet? Je loopt hartstikke licht en makkelijk. Gewoon doen. Dan loop je toch gewoon wat rustiger. Moet je lukken”

Enfin, na een kilometer of 5 riep iemand uit het publiek dat hij Hein Vergeer zag lopen. ..Ik keek even naar links en…verrek, die Hein Vergeer was de man naast mij! Dat had ik even niet in de gaten gehad. Flapdrol die ik ben. Het maakte verder niet veel uit. We bleven verder samen oplopen en praten, uiteraard.

Op pakweg 17 km begon ik vermoeid te raken. Dat meldde ik Hein ook.

“Vermoeid? Lopen! Je gaat nu versnellen”

Ik zie nog zijn blik voor me en zijn vinger voorwaarts.

“Het gaat nog om een paar kilometer. Lopen jij!”

Op de een of andere manier was er geen discussie mogelijk en gaf het mij ook nog eens een boost. Lopen dus maar, met hernieuwde energie. Hij zat mij ook op de hielen. Ik kon het echt niet meer maken om het tempo te laten zakken.

Die dag liep ik voor het eerst een halve marathon onder de 1 uur 50. Na de finish draaide ik me om en ik zag Hein op me afkomen met een brede grijns op zijn gezicht en de armen klaar voor een omhelzing.

“Zie je wel!”

Op weg naar de Medaille en kleedruimte kreeg ik nog wel even te horen dat ik me voor een marathon moest gaan inschrijven.  Die eerste marathon liep ik in oktober 2010.

 

 

 

 

Twiske Molenloop

Dit jaar had ik erg weinig loopjes op de agenda. Op zich niet zo erg, ik train toch wel, Maar ergens in de zomer viel me in dat ik toch wat meer wilde doen.  Het trainen is dan wat meer doelgericht.

Dit weekend stond dus weer de Twiske Molenloop op het programma. Weer, want ik liep er al vaker. Het is redelijk dichtbij. Klein voor wat betreft het deelnemersveld en dat bevalt mij heel goed.

Het zag er naar uit dat ik er alleen naartoe zou moeten gaan. Jack en Dirk Jan zouden meegaan, maar zijn nog niet in vorm. Yossip had familiezaken. Ach, geen punt. Dan ga ik alleen, en had al besloten om deze keer mijn favoriete afstand te gaan lopen; de 10 em. Ware het niet dat Joost mij een Whatsapp stuurde. Hij had zich ingeschreven; voor de halve marathon. Oh, nou vooruit dan maar, ik ook de halve marathon. En zo zat ik zondagochtend weer met Joost in de auto, op weg naar Landsmeer deze keer.

Ik heb een moment, de voorgaande week in gedachten gehad de loop in twee delen te doen. 11 km rustig, 10 km snel. Maar in de auto liet ik dat plan varen. Ik had in Middelie al een hele leuke tijd neergezet. In Landsmeer maar eens lekker rustig lopen. Geen programma, geen dwang. Geen moeten.

In het startgebied liepen we al snel wat mede DEM-leden tegen het lijf.

20191103_141041

Peter en Rimke (foetsie toen de foto werd gemaakt) Mieke en Ans (10 km) en Heidi (debuut op de halve marathon.

Het was prachtig weer trouwens, Bijna geen wind, geen regen, En een graadje of 10. Mijn weertje!

Tijdens de eerste kilometer voelde ik dat het lopen wel erg makkelijk ging. Maar, 4’53” per kilometer? Dat is wellicht wat snel. En meteen bedacht ik dat het me niets kon schelen. Ik liep lekker en ik zou wel zien waar het schip zou stranden. Stel dat ik na 15 km zou instorten, dan hebben we pech.  Er hing toch niets van af..

Het bleef lekker lopen. Met zo’n klein deelnemersveld zijn de kaarten snel geschud. Snelle mensen zie je nauwelijks meer. De mensen die wat minder snel lopen ook niet. Voor mijn gevoel liep ik nagenoeg alleen. Alhoewel een wat meer ervaren loper (lees 50+er) steeds bij mij in de buurt bleef.  Dan weer een pas of twee voor mij, dan weer iets achter mij. Maar ook hem was ik na km 12 kwijt.  En ik liep echt alleen.  Geen enkel probleem. Inmiddels hield ik mijn tempo scherp in de gaten. Het werd ineens een eervolle zaak voor mezelf om net onder die 5’00” te blijven. Dat zou toch gaaf zijn bedacht ik me. Een volle afstand rondom dezelfde pace te lopen…

Het is mij nog gelukt ook zeg! En daarmee kwam er op mijn eigen klokje een eindtijd van 1.44.40 te staan. Halve marathons onder de 1.45 kan ik op 1 hand tellen. Ik liep dus even te stuiteren toen ik over die eindstreep kwam.

Het trainen heeft zich verzilverd. Ik heb hier maanden naartoe gewerkt. Maar had het pas in december in Spijkenisse op de planning staan.  Ans en Mieke zagen een hele blije clubgenoot.

Joost pikte ook even 5 minuten van zijn laatste tijd af. Heidi had een fraai debuut. Alles is goed bij een eerste halve marathon. En is er iets niet goed, dan weet je dat voor de volgende keer.

Twiske 112009 I

Zeevangloop

Dit jaar heb ik heel weinig geschreven op deze site. Dat komt omdat ik ook erg weinig aan loopjes heb meegedaan. Zeggen en schrijven één enkel loopje, een 10 km. Verder kwam het er niet van, of ik zag er vanaf omdat het mij veel te warm was. Maar, ik train al maanden moeiteloos, lekker, met zin en passie. Ik vond dat ik dit najaar wat meer naar evenementen moest gaan. Het wordt tijd te verzilveren.
Texel was al geboekt (eind september) maar dat is voor mij geen halve marathon waar ik iets kan neerzetten. Daarvoor moet ik een loopje uitzoeken welke over de weg gaat en niet druk bezocht wordt. Mijn oog viel op de Zeevangloop in Middelie.
Middelie? Waar ligt dat? Nou, onder de rook van Purmerend. Dichtbij dus.
Joost wide wel mee. En dat vind ik ook weer leuk. Tenslotte is hij een van de mensen waar ik het langst mee loop. Sinds het eerste texelloopje noemen we elkaar broers.

Onderweg naar Middelie waren we het er al over eens dat het een goede keuze was. Mooie landschappen. Boerderijen, huizen met mooie tuinen. Prima locatie. Daar aangekomen, parkeren bij een boer op zijn weiland, sprak ons ook de kleinschaligheid ons aan.
Van mijn coach had ik een voorstel gekregen: 3 km rustig in lopen en dan drie maal 5 km op tempo, afgewisseld met een rustige kilometer. Ik had er zin in. Sowieso in de halve marathon, maar ook in het schema. Gelukkig was het niet zo warm als de voorspellingen hadden doen geloven. Het zou behoorlijk warm worden. Nou dat viel mee, maar er stond wel wat wind.

Klaar voor de start en…pang!
Daar gingen we. Rustig beginnen, o ja. Dat zou voor mij dan 5’25” kunnen zijn. Maar dat werd toch meteen al 5’10”. Het vuur van de strijd zullen we maar denken. De eerste 5 km pakte ik in gemiddeld 4’58” en ook de tweede 5 km liep ik op dat tempo. Maar de derde, met wind tegen vielen mij niet mee. Niet dat ik erg diep wegzakte, maar het tempo van I en II kon ik niet meer pakken.
De 21,1 km liep ik in 1.46.33 Daar ben ik heel erg blij mee. De laatste 3 km waren niet gemakkelijk. Het werd werken, zwoegen en doorbijten. Toch kwam ik niet ‘stuk’ over de finish. En nu ik dit schrijf kan ik ook niet echt merken dat ik een halve marathon heb gelopen op een leuk tempo.
Op naar Texel, Landsmeer in november, en Spijkenisse in December.


Twiske Molenloop

Het was voor mij een wat mager wedstrijdjaar. Dit loopje van vandaag was de zesde. Normaliter doe ik als het even kan elke maand iets. Maar dat is er dit jaar niet van gekomen. Daarbij moest ik tot twee keer toe uitstappen. In Schagen was het mij veel te heet, bij de Marquetteloop gaf ik de warmte ook de schuld en stapte halverwege uit. In feite speelde er toen iets anders mee.

Al langer merkte ik dat de duurlopen erg zwaar vielen. Tot ik op een gegeven moment niet veel verder kwam, op een acceptabele manier, dan pakweg 12 tot 14 km. Daarna werd het zeuren. Wandelen, rennen, wandelen. Ik begreep er niets van. Een fraaie uitschieter was de Sultanaloop eind Maart. Daar liep ik de 10 em in gemiddeld 4’59”, en dat met een snijdende koude wind. Het zat er dus nog wel in.

Na de Marquetteloop zat ik weer in de spreekkamer van de diabetes specialiste. En ja hoor, mijn suiker was veel te hoog. Er was geen ontkomen aan, ik moest aan de medicijnen. Ik was woest. Ik drink geen alcohol, sport 4 tot 5 x per week. Let als een accountant op mijn voeding en dan toch…

Maar, eigenlijk is het spectaculair te noemen, binnen een week na de eerste tabletten voelde ik dat ik meer energie had. De duurlopen gingen weer zoals ik gewend was. 15, 18 of 22 km; het ging weer als voorheen. En, mijn gewicht begon te dalen. Iets wat tot mijn grote frustratie nooit lukte. Ondanks mijn eerder genoemde levenswijze. Ondertussen had ik van mijn lieve collega Ans ook de nodige tips gekregen op het gebied van voeding. Enfin, 8 kg eraf scheelt heel veel. Het was te voelen tijdens het lopen. En het mooie, het gewicht schommelt ook niet meer.

De halve marathon van Texel ging lekker. Ik liep die met Cor samen. Ietwat gereserveerd. Gewoon niet te gek, eerst maar eens kijken hoe dat zou uitpakken. Dat ging dus goed. Ik nam me voor om in Spijkenisse weer een mooie halve marathon neer te zetten. Immers, wat ik in het hoofd heb, komt daar altijd wel goed. Mijn coach echter liet doorsijpelen dat ik eens iets anders zou moeten doen in plaats van wederom Spijkenisse. Hij heeft gelijk, want eigenlijk wil ik niet elk jaar hetzelfde.

Mijn oog viel op de Twiske Molenloop. Lekker dichtbij. En dan 16,1 km. De afstand die ik met grote voorkeur loop.

Van nervositeit was geen sprake hoor. Ben je mal! Maar, ik was om 5 uur wakker, en om half zes, me weer omgedraaid, zes uur. Om tien voor zeven vond ik het welletjes. Eruit. Had ik nou buikpijn? Wat een raar gevoel. Niet ziek worden. Niet nu want…

Met Jan en Anja, twee van mijn trouwe loopmaatjes stond ik aan de start. Veel te warm gekleed, zoals ik later zou merken. Bij de eerste km al voelde ik dat het goed zou komen. In Zaandam gemiddeld 4’59”,  daar wilde ik onder. Punt uit. De eerste 7 a 8 km zaten we op 4’52” maar toen de bocht om en huppekee, wind pal tegen. En niet zo zuinig ook. Jan en ik hielden Anja uit de wind, en ik werd wat narrelig. Geen gehannes vandaag! Ik wilde onder de tijd van Zaandam. Dat tegen de wind in lopen duurde drie lange kilometers. Daarna wist ik me snel weer te herpakken. Mijn verbetenheid kwam weer opzetten. Lopen!

Het is gemiddeld 4’56” geworden. Geen pr, voor de genen die daar als eerste naar vragen.. Maar het voelt zeer beslist wel als een pr. Ik ben hier heel erg blij mee!

Twiske molenloop

Texel halve marathon 2018

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het meest lastige blijft bij deze loop het inschrijven. Daartoe moet je diep in de nacht paraat zitten voor de computer. Als je zoals ik om 4 uur je bed uit moet is dat geen optie. Maar ik mag me gelukkig prijzen met loopmaatjes die het met plezier voor mij willen doen. Zo kon het gebeuren dat ik vandaag van start kon gaan tijdens de 12 editie van deze hele mooie halve marathon. En ook nog eens voor de 12e keer.

In de auto mompelde ik nog dat dit misschien wel de laatste keer zou kunnen zijn. Volgend jaar maar weer eens iets anders.

We waren weer met een behoorlijke groep aanwezig daar in het winderige Den Helder.

IMG-20180930-WA0004

En zoveel lopers je op de foto ziet, zoveel smoesjes hoorde ik zo links en rechts voorbijkomen:

Ik doe rustig aan hoor! …Vanzelfsprekend Peter!

Ik heb gisteren een feestje gehad dus…Natuurlijk Cor.

Ik heb veel te weinig getraind…Ik snap het Cindy

Ik heb geen duurlopen gedaan….Alle begrip Joost.

Wat? 1.30? Dat red ik nooit. Ik zal blij zijn met 1.50…Of course Andy (werd 1.46)

En ikzelf dan? Afgezien van een mooie 10 em in Zaandam heb ik dit jaar wat tegenvallende wedstrijdresultaten. De duurlopen wilden niet goed lukken. Met die hoge temperaturen deze zomer kwam ik niet eens aan een fatsoenlijke duurloop toe. De laatste twee maanden loop ik weer als een speer. Maar een snelle halve marathon leek toch iets te hoog gegrepen. Met Cor samen besloot ik om voor lekker lopen te gaan. Vlak en fijn lopen. Meer niet.

Ik kan zeggen dat het ook zo is gegaan. We zetten niet te hard in, en wisten dit goed vol te houden. Zelfs op het strand, mijn grootste struikelblok, zakte het tempo niet eens zo heel ver weg. En na die ellendige strandafgang (die ik maar gebruikte om wandelend een gel te nemen) kon ik redelijk snel het tempo weer oppakken. Dit gaf mij wel een kick. Onderweg meldde ik het ook aan Cor, er was nog geen dip geweest. En, op 17 km mocht die van mij ook wel wegblijven. Vorig jaar, moest ik diverse keren na dat strand wandelen omdat ik het rennen niet kon volhouden. Mensen die mij goed kennen en dichtbij mij staan weten inmiddels de oorzaak. Nu kon ik blijven rennen.

Zou ik dan niet gewoon ergens de pin op mijn neus krijgen? Nee hoor. Het bleef tot de finish aan toe lekker gaan. Dit was een loopje om van te genieten. En dat heb ik ook met volle teugen gedaan.

Volgend jaar niet? Nou, dat neem ik terug. Dit is te mooi, te leuk, te fijn om te negeren.

IMG-20180930-WA0012